Wij maken gebruik van cookies

Onze website maakt gebruik van cookies van derden om onze diensten en producten te kunnen analyseren en verbeteren. U kunt instemmen of u deze cookies wilt accepteren.

Inloggen

Afra Ernst

door Aline de Jong | fotografie: Raffaella Gargiulo

 

"Veel makers durven geen directeur te bellen, maar dat is waar het begint" 

 

Afra Ernst (38) studeerde Theater Dans Uitvoerend aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten. Ze werkte samen met Lina Limosani (Australian Dance Theater), STRAAT (DOX), Sine forma en IRCompany. Als maker realiseerde ze o.m. Een Ode Aan (2020), My Religion Doesn’t Define Me (2022). 

 

"Al van jongs af aan was ik geïnteresseerd in het grotere plaatje - hoe een maker aan materiaal komt. Ik was dat eigenwijze danseresje dat altijd maar vragen stelde aan regisseurs en choreografen. Als uitvoerend danser ligt je focus namelijk anders; je bent bezig met je lichaam en de reis naar het podium, dat is een ander perspectief. Ik ben dus opgeleid als professioneel uitvoerend danser, maar mijn werk als dansende maker is de afgelopen vijf jaar ontstaan uit een diep verlangen om iets te vertellen. Het begon met mijn ervaring van seksueel misbruik, een verhaal dat twintig jaar lang als een vulkaan in mij borrelde en uiteindelijk naar buiten móest. Tijdens mijn eerste voorstelling, Een Ode Aan, over dit onderwerp, besefte ik dat het niet gaat om wat je hebt, maar om wie je bent en wat je hebt meegemaakt. Het raakte me hoe mensen zich herkenden in het verhaal. De danser is voor mij geen uitvoerder van mijn visie - maar een medemaker die iets persoonlijks toevoegt. Het gaat erom dat de danser het materiaal tot leven brengt." 

 

"Het proces waarin we samen werken om met hun eigen beweging een verhaal te creëren, vind ik het meest boeiend. Het draait niet om het precies uitvoeren van mijn ideeën, maar om de zeggenschap van de danser over het materiaal. Hoe verbinden we mijn input met hun lichaam, zodat er iets ontstaat dat écht leeft? Die energie voel je, en dat raakt het publiek. Op de avond van de prijsuitreiking van het Café Theater Festival kwam een jonge vrouw naar me toe, ze had even moed moeten verzamelen, vertelde ze. De voorstelling had haar geraakt. Ze zei: ‘Ik weet nu wat ik moet doen.’ Als dat geen winst is dan weet ik het niet meer. Als er maar één persoon in het publiek is die zich erin kan vinden, is voor mij het hele proces geslaagd. Jij en ik zien dezelfde uitdagingen, maar we ervaren ze allemaal op onze eigen manier. Zelfs binnen dezelfde familie is onze ervaring uniek. Het is juist deze individualiteit die ons verbindt. Ik wil dat mijn publiek ervaart, voelt en anders gaat kijken." 

 

Altijd gedanst 

"Op mijn zesde kwam ik vanuit Jakarta naar Nederland en groeide ik op in Gemert en Eindhoven. Ik danste altijd, mijn tante was dansjuf. Als mijn moeder naar de avondschool ging om Nederlands te leren, nam mijn tante me mee naar haar lessen. Ik herinner me nog goed hoe ik als klein meisje de hele avond meekreeg, vaak tot negen of tien uur. Ik kende alle choreografieën, zelfs het volwassen materiaal. Mijn tante zei: ‘Ze moet naar de dansopleiding als ze ouder is, dit meisje moet dansen.’ Mijn moeder wilde dat ik een sociaaljuridische studie zou kiezen en ik besloot het een kans te geven. In onze cultuur hebben beroepen als advocaat of dokter veel status, maar ik voelde: dit ben ik niet. Na een paar maanden kwam ik huilend thuis en zei: ‘Als ik naar het hbo ga, wil ik het op mijn manier. Dit maakt me ongelukkig.’ Na shows en musicals bij Lucia Marthas en Penny de Jager ging ik op mijn twintigste naar Fontys. Dat is vrij laat voor een uitvoerend danser. Daar voelde ik me voor het eerst echt op mijn plek, ondanks het leeftijdsverschil met mijn 16-jarige medestudenten. We werden overigens vriendinnen voor het leven." 

 

Rode draad 

"De onderwerpen die ik kies, moeten krachtig zijn, zodat iedereen zich aangesproken voelt. In de komende twee tot drie jaar wil ik o.m. een theaterdansvoorstelling maken met Theater Utrecht, geïnspireerd door mijn tante en de MH17-ramp. Mijn voorstelling My Religion Doesn’t Define Me ging over hoe belangrijk ik het vind om niet beoordeeld te worden op mijn geloof of achtergrond. Met dit thema ga ik door. Verder heeft mijn recente bezoek aan Makkah een grote impact op me gehad. Er is zoveel te delen over die ervaring. Wat me het meeste is bijgebleven is de stroming van mensen. Mijn vriendin had vantevoren al tegen me gezegd: ‘Aaf, voel de stroming.’ Toen ik daar was, in de moskee, voelde ik het. Het was een fysieke ervaring: je loopt dicht tegen elkaar aan, hebt contact, maar je raakt elkaar niet. Je voelt je gedragen, voortgestuwd, op een veilige manier. Je voelde het hart van de stroom en dat voelde veilig. Je kon erop vertrouwen. Dat was ook een moment waarop ik me echt realiseerde hoeveel ik tegen de stroom in ben gegaan om te komen waar ik nu ben. Dat is ook nodig geweest. Maar het voelde fijn om die controle los te laten en mee te bewegen. De stroming is niet alleen iets buiten mij, het zit ook in mij – het zit in ons bloed, in alles wat we doen." 

 

Verbinding 

"Vanuit mijn achtergrond in de hiphopcultuur werk ik volgens het principe van ‘each one, teach one’ - dat wat je leert, geef je door. Het draait om het delen met je hart, met liefde en zorg, en niet altijd met de focus op geld. Het gaat mij niet om grote zalen, vol mensen. Ik heb die ervaring al, met grootschalige shows, de producties van Penny de Jager voor Wentink Events. Maar mijn hart ligt bij het theater, de zaal, waar ik na de voorstelling in gesprek kan gaan met bezoekers. Daar ontstaat echte verbinding." 

 

Pitch 

"In 2013 kwam ik in Utrecht wonen, om de hoek bij Het Wilde Westen, en begon daar al gauw met het geven van danslessen. In 2019 kreeg ik de kans om de studio ook voor mijn eigen werk te gebruiken. Toen kwam corona, een tijd die voor velen negatief was, maar voor mij was het juist een periode van verdieping in mijn relatie met Het Wilde Westen en het Café Theater Festival. Ze namen me overal in mee, van interviews tot dansmagazines. Die tijd maakte me duidelijk dat ik me als maker verder wilde ontwikkelen via de Nieuwe Makersregeling. Tegelijkertijd besefte ik dat het tijd was om een zakelijk leider te vinden. In 2021 vond ik die. Hij vroeg wat ik zocht in een zakelijk leider. Hoewel ik het niet precies wist, was het duidelijk dat ik iemand zocht die ik vertrouwde en met wie de samenwerking organisch zou groeien." 

 

"Eind september 2021 vroeg Dorothe Lucassen, directeur van Het Wilde Westen, of ik een plan had om te kunnen pitchen bij de Participatie Federatie (dPF). Ik liet vijf minuten van My Religion Doesn’t Define Me zien en mijn zakelijk leider vertelde vijf minuten over de inhoud. Ik ben altijd nieuwsgierig naar wie er tegenover ons zit, naar de mensen die over ons beslissen. Ik wil een duurzame relatie opbouwen. Want als het alleen voelt alsof ik iets kom halen, dan kom je ook zo over. Dus ik zeg altijd tegen panels en beslissers: jullie zijn er niet alleen om mij goed te keuren, ik nodig jullie ook uit voor mijn première. Jullie maken deel uit van mijn verhaal, niet alleen als financiers." 

 

Maken 

"Met o.m. ondersteuning van dPF begon ik onder de vleugels van Het Wilde Westen te werken aan een nieuwe productie en tournee. Dorothe Lucassen hielp met het plannen van de stappen. Daarnaast regelde ik met mijn eigen zakelijk leider de financiën en uitkoopsommen. Promotie en netwerken, dat doe ik meestal zelf. Het Wilde Westen heeft maar één theaterzaal, dus repeteren deden we in Zaandam via een contact van mijn zakelijk leider. De montage vond wel plaats in de zaal van Wilde Westen. Ik dacht wel: Het Wilde Westen zou eigenlijk groter moeten zijn! En toen had ik plots een hele groep om me heen – anders dan bij Een Ode Aan, waar ik solo werkte. Nu moest ik het theater delen met een technicus, twee dansers, een productieleider en een zakelijk leider. Mijn fout was dat ik dacht de regie volledig in handen te moeten houden. Ik was nog niet sterk genoeg om anderen in mijn ruimte toe te laten. Ik moest inzien dat het een gedeeld proces was. Common Stage, een spelersgroep van bewoners uit het AZC en uit de buurt, had de eerste montagedag kunnen bijwonen en input kunnen geven. Maar ik durfde hen niet toe te laten." 

 

"Nu realiseer ik me hoe belangrijk het is om mensen uit het azc zo’n ervaring te bieden, zeker met een thema als My Religion Doesn’t Define Me. Ik koos toen voor mensen die ik al kende. Dat voelde veiliger. Die gesprekken achteraf, met buurtbewoners, waren trouwens heel waardevol. Werken met Het Wilde Westen was een echte samenwerking. Dorothe is voor mij een soort tante. We weten van elkaar wanneer het goed is om in te checken - zonder dat het altijd op afspraak hoeft. Dit huis is een thuis. Dat gaat twee kanten op, trouwens. Ik wil niet alleen ontvangen maar ik kan ook iets teruggeven. Maak als theater ook gebruik van mijn ervaring door mij bijvoorbeeld mee te laten denken vanuit de positie van de maker." 

 

Marketing 

"Een voorstelling is niet alleen een show, het is ook een ontmoeting. Tijdens de tournee naar Amsterdam, Rotterdam en Den Haag maakte ik vooraf al verbinding met het publiek. In het Laaktheater in Den Haag deelde ik een week voor de voorstelling mijn verhaal tijdens een buurtontbijt. Dit idee, dat ik zag bij Het Wilde Westen en in de hiphopscene, werkt. Je bouwt persoonlijk contact op en nodigt mensen uit om deel van het proces te worden. Ik zou willen dat elk theater tijd zou nemen om aandacht te geven aan nieuwe makers. In één theater werd een workshop voorafgaand aan de voorstelling afgezegd door te weinig belangstelling. Ik probeerde eerder te komen, maar er was geen tijd meer, dus liet ik het los. In Amsterdam was de verbinding makkelijker, dankzij de aanwezigheid van meer dansvrienden tijdens mijn double bill. Nieuwe makers realiseren zich vaak niet dat marketing er ook bij hoort. Tijdens mijn meditaties vraag ik me af wat het voor mij betekent als de stoelen niet gevuld zijn. Het gaat niet om het ego of het idee dat je product minder is omdat er minder mensen in de zaal zitten. Het mooie ervan is dat ik als maker groei. Het houdt me bescheiden. Blijf nieuwsgierig naar je eigen craft: waarom is het dan dit keer niet gelukt om de zaal vol te krijgen? Geef niet op. Probeer het opnieuw." 

 

Groei 

"Voor mij is groei: investeren in een levende, warme relatie, iets opbouwen. Dus niet alleen maar in en weer uit. In Utrecht maak ik me daar niet zoveel zorgen over, maar Rotterdam of Den Haag, dat is een ander verhaal. Elk theater en elke stad is anders. Veel theaters werken volgens de formule van in-uit, met hun vaste programma en publiek. Nieuwe makers lijken daar vaak niet zo belangrijk. Niet elk theater heeft de tijd of ruimte om nieuwe makers die aandacht te geven. Ik snap dat wel, maar het is een grote blokkade waar ik tegenaan kijk. Het vergt veel energie om daar doorheen te komen. Kan dPF daar iets aan doen? Ik zou het niet weten. Tenzij het gaat om geld voor een sterke marketingstrategie, dan zeg ik meteen ja. Tijdens een vroegere tournee met een kindervoorstelling bezocht ik meer dan 100 theaters. Ik hield een lijst bij van zaken zoals techniek, of de programmeur langskwam, de grootte van het theater en de verbinding met de wijk. Mijn zakelijk leider adviseert me om theaters te kiezen die goed voelen, momenteel zo’n 30." 

 

"Via de Nieuwe Makersregeling krijg ik ondersteuning van de Stadsschouwburg Utrecht voor mijn mails naar theaters, de rest doe ik zelf, samen met mijn zakelijk leider. Een nieuwe manier van programmeren voor makers is 2 of 3 dagen in het theater verblijven, zodat het publiek echt naar jou toe kan komen. Mijn coach in het Nieuwe Makerstraject wijst me erop om duurzaam te denken. Om meerdere dagen geprogrammeerd te zijn. Theater Bellevue in Amsterdam doet dit al. Ik ben bezig met het testen van deze manier van connecten en ontdek nog hoe het werkt. Ik weet trouwens inmiddels ook hoe het voelt om een stapje terug te moeten doen en even de trein te missen. Ik weet wanneer het stil is en dat kan ik accepteren. Die stilte is fijn. Ik weet dat het goed komt." 

 

Koffietje 

"Veel makers durven geen directeur te bellen, maar daar begint het wel. Het gesprek komt vanzelf als je vertelt wie je bent en waar je voor staat. Het gaat om verbinding, niet om meteen geboekt worden. Ik heb keihard gewerkt om hier te komen, en met een relevant onderwerp krijg je een stoel aan tafel. Denk niet dat mensen vanzelf naar jou toe komen. In Utrecht kennen ze mij omdat ik de telefoon heb gepakt en een koffietje ben gaan drinken. Heb je een visie? Weet je waar je het wilt doen, wanneer en met wie? Durf je netwerk in te schakelen? Wees proactief, schrijf op waar je naartoe wilt en ga stap voor stap. Hoe worden de stoelen gevuld? Ga naar het theater, vraag of je de marketingafdeling kunt spreken. Ik heb geleerd dat maken een proces is, en ook dat marketing en netwerken daar bij horen. Het belangrijkste is dat je zelf het initiatief neemt. Volg je hart, dat is je kompas. Mijn belangrijkste tip voor andere makers is om daarop te vertrouwen, ook als het moeilijk is. Succesvol werk komt wanneer je dicht bij jezelf blijft en naar buiten treedt." 

 

*** 

Afra’s tips voor nieuwe makers 

Organiseer jezelf en overweeg een zakelijk leider in de arm te nemen om verder te groeien. 

Weet waar je naartoe wilt en zet dit helder op papier: wat, waarom, met wie, waar, en wanneer. 

Ontwikkel een strategie om je publiek te bereiken. 

Benader theaterdirecteuren, plan koffiemomenten. 

Maak vroegtijdig verbinding met je publiek, bijvoorbeeld via een buurtontbijt om over je voorstelling te vertellen. Stap op theaters af en bouw een relatie op. 

Vraag om een gesprek met het marketingteam van je tournee theaters. 

Volg je hart, dat is je kompas. 

 

Afra’s tips voor alle theaters 

Maak ruimte voor nieuwe makers in je programmering.

Stop met in-en-uit programmeren en investeer in duurzame relaties. 

Maak (ook als dPF) gebruik van de expertise van de nieuwe makers en nodig ze uit mee te laten denken over theaterbeleid.